zondag 17 februari 2013

OK+, OK+ : existentiële positie?

Via de site van de TA academie is er de mogelijkheid om een 40 jaar oud artikel over TA te downloaden (klik hier), waarin de auteur schrijft over een baanbrekend boek uit die tijd. In de Avenue van juni 1973 bespreekt de journalist W.A.C. Whitlau de bestseller 'Ik ben OK, Jij bent OK' van de Amerikaanse psycholoog Thomas A. Harris. Het was onder meer dit boek dat de Transactionele Analyse (TA) wereldwijd op de kaart zette. Naast enthousiasme riep het boek ook ergernis op. 'Ik ben OK, Jij bent OK' werd wel erg Amerikaans gevonden. Amerikaans was, zeker in die jaren, ook min of meer een diskwalificatie. Toch is die titel voor heel veel mensen blijven hangen. Dat alle mensen in de basis OK zijn hoort nu tot de pilaren waarop het TA bouwwerk rust. In de Engelse Wikipedia staat onder het  kopje TA philosophy: 'People are OK; thus each person has validity, importance, equality of respect!' Het is vaak juist het concept van OK-zijn dat zo veel mensen, overal op de wereld, in de TA aanspreekt. 

Het was de grondlegger van de TA, de Canadees-Amerikaanse psychiater Eric Berne, die de hele idee van existentiële posities onderzocht gedurende zijn werk aan een andere wereldwijde TA bestseller, 'Games people play'. Ieder Spel wordt gespeeld vanuit een specifieke existentiële positie, zo meende Berne. Dat kunnen er drie zijn: Ik+/Jij- of Ik-/Jij+ of Ik-/Jij-. De 'existential position I'm OK, you're OK' is een manier van in het leven staan waar Spel-matig gedrag niet meer nodig is.     


Aan de andere kant van de oceaan was het, in ongeveer dezelfde tijd, de Franse filosoof en voorman van het Existentialisme, Jean Paul Sartre die meende dat mensen zich op twee manieren tot elkaar konden verhouden: competitief of coöperatief! Hij voegde daar aan toe dat er drie manieren zijn waarop mensen zich in competitieve zin tot elkaar kunnen verhouden: 


* Competitief kunnen we uit zijn op dominantie: de ander controleren of overheersen en vechten waneer dat niet werkt. TA: Ik ben OK, Jij bent niet OK!


* Competitief kunnen we uit zijn op onderdanigheid: de ander vooral naar mond praten, de behoeftes van de ander (ten koste van die van jezelf) op de voorgrond hebben. TA: Ik ben niet OK, Jij bent OK!


* Competitief kunnen we ons ook terugtrekken uit alle relaties. We houden onze affectie voor ons en doen alsof we geen waarde hechten aan het gezelschap van de ander. TA: Ik ben niet OK, Jij bent niet OK! 

   
Coöperatieve relaties, zijn volgens Sartre, daarentegen relaties waarin we onszelf ter sprake durven brengen om zo samen iets van waarde te bouwen. We werken samen vanuit het volle respect voor elkaars behoeftes zonder dat we ons verplicht voelen aan die behoeftes te voldoen.

* In coöperatieve relaties voelen we ons in staat volop te geven zonder er op te rekenen dat de ander ons 'terugbetaald'. We vertrouwen daarop!

* In coöperatieve relaties onderzoeken we steeds de overeenkomsten en verschillen tussen ons en maken we ruimte voor de meerwaarde die dat ons brengt.


* In coöperatieve relaties werken we met de ongeschreven regel van de wederkerigheid. We zijn ons er van bewust dat we rekening moeten houden met onze eigen behoeftes en die van de ander. De beschikbare bronnen delen en benutten samen.

* In coöperatieve relaties gaan we er van uit dat ieder geeft wat hij of zij te geven heeft zodat alle talenten beschikbaar zijn voor de relatie, de groep of de organisatie.  


De meer Europees gekleurde woorden van Sartre spreken wellicht meer tot de Europese verbeelding dan de Amerikaans gekleurde woorden van Harris en Berne. Ze onderzoeken hetzelfde: Hoe kan de mens heilzame relaties aangaan en onderhouden? En het antwoord op de vraag of en hoe je dat doet, heeft alles te maken met hoe je kijkt naar jezelf, de ander(en) en de wereld waarin je leeft. + -, - +

- - of toch + +? Competitief of toch coöperatief? Het maakt een beslissend verschil. 

Berne, E. (1973), Games People Play. New York: Ballantine Books

van Deurzen, E (2011), Skills in Existential Counseling & Psychotherapy. LA: Sage
Harris, T. A.(1973), Ik ben OK, Jij bent OK. Baarn: Ambo
Sartre, J.-P.(1973), Existentialism and Humanism. London: Methuen 



    

zondag 13 januari 2013

TA for kids?

Het gebeurt niet zelden dat een flink aantal studenten tijdens de opleidingsmodules waarin het TA concept script aan de orde komt, op speciale wijze de oren spitst. Het betreft dan vooral die studenten die dagelijks volop betrokken zijn bij het opvoeden van kinderen. Zij leren immers hoe cruciaal de rol van ouders en andere opvoeders is bij de vorming van het script. Het gaat hier om een van de kern-concepten binnen de Transactionele Analyse. Kort gezegd, geven mensen met hun script antwoord op de vraag: Wat doet iemand als ik met mensen als jij in een wereld als deze? Het antwoord op deze vraag heeft grote invloed op de kwaliteit van het leven dat een mens leeft. Wie zichzelf kan zien als iemand die de moeite waard is om te ontmoeten, heeft een ander leven dan iemand die zichzelf bekijkt als een mens die weinig interessant is voor anderen. Wie anderen vooral ziet als mensen waarvan nog maar moet blijken of ze te vertrouwen te zijn, heeft een ander leven dan degene die - zonder daarin naïef te zijn - anderen frank en vrij tegemoet treedt. Zo heeft het script nogal wat invloed op de aard en de kwaliteit van het leven. In de Nederlandse Wikipedia valt over het TA concept script te lezen:

Opgroeiende kinderen proberen de wereld en hun plaats erin te begrijpen. Volgens de TA doen zij dat door een script op te stellen, een soort bewuste of halfbewuste planning van het (toekomstige) leven. Ouders en andere belangrijke personen in het leven van het kind hebben een belangrijke invloed op het ontstaan ervan. Het script wordt gedurende de verdere levensloop steeds aangepast, maar de kern en uitgangspunten ervan worden al in de vroege jeugd vastgelegd. Eenmaal volwassen is men zich niet meer bewust van het script.
De TA gaat ervan uit dat de mens steeds weer opnieuw de strategieën uit zijn kindertijd toepast, ook als dat tot pijn of mislukking leidt. Door ervaringen in de vroege levensjaren nemen mensen al in hun jeugd besluiten over hoe zij in hun verdere leven met zichzelf en hun omgeving om zullen gaan. Deze positieve of negatieve besluiten zijn van invloed op de kwaliteit van de verdere levensloop.
Groei en ontwikkeling worden geremd door negatieve besluiten ("ik ben niet OK" of "jij bent niet OK") terwijl positieve besluiten een stimulerende invloed hebben ("ik ben OK en jij bent OK"). Er worden drie soorten scripts onderscheiden, die van de winnaar, de verliezer en de niet-winnaar. Deze drie typen scripts kunnen zich ook afspelen binnen één en dezelfde persoon.

Tijdens het vormen van het script sluipt en kruipt niet zelden de nodige voorwaardelijkheid het leven van het kind binnen. Kinderen gaan, op basis van wat zij ouders en opvoeders zien doen en horen zeggen, nogal eens denken dat zij pas OK zijn als ze... Sommige kinderen gaan denken dat zij pas OK als ze anderen plezieren. Andere kinderen gaan menen dat zij vooral OK zijn als ze foutloos door het leven laveren. Weer anderen beginnen te geloven dat 'je best doen', 'er een hoog tempo in houden' of 'vooral flink zijn' een manier is om als mens te deugen. Binnen de TA wordt deze door het kind opgedane ideeën over zichzelf wel 'de leugen van het script' genoemd. Een van de hoekstenen uit de TA kijk op het leven is immers: Alle mensen zijn OK! Iedereen heeft waarde en verdient respect. (Pas op: Niet alle gedrag is daarmee OK!)
Al in de vroege jaren van de ontwikkeling van de Transactionele Analyse was het dr. Alvyn Freed die bedacht dat het een goed idee was een TA kinderboek te maken. Hij schreef het vrolijke boek TA for tots (and other prinzes). Hij prees het boek aan als 'the book that tells kids they're OK'. Aangemoedigd door het enorme succes van dit boek voor kleuters, schreef Freed ook de boeken TA for kids en TA for teens. (Dit laatste boek is lang geleden in het Nederlands vertaald onder de titel 'Wie? Ik?') 
Een paar studenten van de TA academie onderzoekt op dit moment de mogelijkheid 'TA for kids' te vertalen voor de Nederlandse markt. Zou mooi zijn! Wie daar niet op wil wachten kan de boeken van dr. Freed nog wel vinden. Kijk eens op TAkinderboek.

dinsdag 11 december 2012

Honger! Met kerst?


Het thema van deze blog (honger) lijkt een vreemde kwestie om in deze donkere dagen voor kerst aan te snijden. Natuurlijk, het is een tijd om stil te staan bij het gegeven dat veel mensen in deze wereld nog steeds honger lijden. Do they know it’s Christmas? Natuurlijk, pas geboren kinderen hebben recht op een menswaardige start van hun leven. Radio 3 Serious request. Zie verder het kader onder deze blog!

Eric Berne, de grondlegger van de TA, gebruikte het woord ‘honger’ ook waar het gaat om een paar specifieke behoeftes van mensen. We hebben, zo meent hij, allemaal honger naar ‘erkenning’. In TA termen: ieder mens heeft ‘honger naar strooks’. Ieder wil ten diepste gezien en gehoord worden. Berne koos het woord honger om aan te geven dat strooks voor ieder mens een noodzaak zijn om gezond en gelukkig te leven. Deze behoefte wordt door veel mensen juist in de donkere dagen rond kerst sterk gevoeld. Wie kijkt er niet uit naar de komende feestdagen. Een aantal lezers zeggen nu zachtjes of hardop: Nou, ik niet! Of deze activiteiten een mens immers ook in mentaal opzicht voldoende voeden, hangt af van wat de ware aard is van al dat samenzijn gedurende de feestdagen.

De TA kent een mooi concept om inzichtelijk te maken wat mensen ten diepste aan het doen zijn met elkaar in die tijd. Mensen kunnen op diverse manieren de tijd benutten (structureren) rond en op de komende feestdagen. Of ze voldoende gevoed worden hangt daar van af. 
1. Je kunt je teruggetrokken gedragen: Wel aanwezig zijn maar niet of nauwelijks deel nemen. Jezelf niet laten kennen. Dit levert weinig tot geen strooks op! 
2. Bovengenoemde activiteiten kunnen ook een min of meer ritueel karakter hebben: Je zorgt dat alles loopt zoals het moet en zoals het vorige jaren ook liep. Je laat je niet verrassen. Dit levert vaak veel oude vertrouwde (weinig intensieve) strooks op.
3. Er kan ook heel wat afgepraat worden zonder dat er echt wat wordt gezegd. De tijd wordt verdreven tot je uitgepraat bent. De intensiteit van de strooks neemt toe, al blijven de gesprekken vaak aan de veilige – koetjes en kalfjes -  kant. 
4. Je kunt ook samen een activiteit ondernemen. Je kunt samen wandelen. Spelletjes spelen. Films kijken. Samen koken. Dit biedt vaak de mogelijkheid nog wat intensievere strooks uit te wisselen. Samen iets doen (koken bijvoorbeeld) is soms spannend. 
5. De reden waarom mensen soms opzien tegen deze dagen is dat er ook veel Spelmatig gedrag is. Spelpatronen worden benut om een echte ontmoeting uit de weg te gaan. De spanning is voelbaar. Elkaar echt in de ogen kijken is kwetsbaar en (te) veel mensen hebben leergeld betaald. Jammer, want een echte ontmoeting levert intensieve strooks op. Spel levert ook intensieve strooks op, maar vooral negatieve. Mensen verlaten de kerstnachtdienst, het kerstdiner, de nieuwjaar borrel met een rotgevoel. Hun honger is niet gestild. Jammer! 
6. Deze tijd van het jaar leent zich echter ook prima voor een echt goed gesprek, een mooie ontmoeting. Een samenzijn waarin jezelf laat kennen en andere leert kennen. Veel mensen schuiven aan met diep van binnen het verlangen naar intensieve erkenning van wie ze werkelijk zijn. Wie intimiteit wil beleven zal een risico moeten nemen. Doen! Intimiteit voedt.

De medewerkers van de TA academie wensen alle lezers van onze blogs
die feestdagen waar ze ten diepste naar verlangen

De TA academie sponsort – via conferentiehotel Kontakt der Kontinenten -  het project Join the pipe. Dit is een project dat er voor wil zorgen dat zoveel mogelijk mensen in deze wereld kunnen beschikken over schoon drinkwater. Zie: http://jointhepipe.org/nl Niemand in deze wereld zou moeten omkomen van honger en dorst.

zondag 25 november 2012

Verlanglijst?

In deze weken voor het Sinterklaasfeest staan kinderen volop in de aandacht. Ze maken verlanglijstjes en ze zijn onrustig over de vraag of de Sint ze zal brengen waar ze naar verlangen. Het woord verlanglijst is een interessant en ook wel wat verwarrend woord. Wat staat er eigenlijk op zo'n lijstje? Staat er op wat kinderen echt nodig hebben? Is er aandacht voor waar ze werkelijk behoefte aan hebben? Of staat er vooral op wat ze graag zouden willen hebben (hebben, hebben)? In het Engels klinkt dit vraagstuk nog een beetje spannender. In het Engelse taalgebied vragen ouders en andere opvoeders zich af: Geven we kinderen nu 'what they want or what they need'? Het gaat er immers om kinderen vooral te geven wat ze echt nodig hebben om volop kind te kunnen zijn en om later als volwassenen een gezond en gelukkig leven te kunnen leven. Dat kan dan zelfs betekenen dat je kinderen soms juist niet geeft wat they wantKinderen willen (want) immers vaak van alles. Een pop met vlechtjes in het haar, een snoezig jurkje kant en klaar, twee kaatsballen in een net, een letter van banket. Krijgen ze echter wat ze echt nodig (need) hebben?  

Binnen de Transactionele Analyse wordt veel onderzoek gedaan naar en gesproken over de ervaring die mensen - in hun jonge jaren - opdeden met de triade: het hebben van een BEHOEFTE => het UITEN van die behoefte => de RESPONSE op het uiten van die behoefte. De vorming van het levensscript van een mens wordt in hoge mate bepaald door de manier waarop ouders en andere opvoeders omgaan met de behoeftes van hun kinderen en met de wijze waarop hun kinderen die behoeftes kenbaar leren maken. Mag je behoeftes hebben? Mag je die behoeftes ook uiten? Tegen de tijd dat ze volwassen zijn weten sommige mensen soms niet meer goed wat ze nodig hebben. Met alle gevolgen voor het leven thuis en op het werk van dien. Een leven met tekort! Anderen weten wel wat ze nodig hebben, maar hebben geleerd dat op nogal onduidelijke of soms zelfs ongewenste wijze kenbaar te maken. De omgeving blijft dan vaak in verwarring achter. Gevolg voor henzelf: Ze krijgen niet de aandacht en de liefde die ze nodig hebben om een gezond en gelukkig leven te leven. Een voorname taak van ouders en andere opvoeders is het kinderen te leren ontdekken wat ze echt nodig hebben. En een even voorname taak is het kinderen te leren daarover op effectieve wijze te communiceren. Wat hoort er op het behoeftelijstje om nu en later een gezond en gelukkig leven te leven? Wat heb je daar echt voor nodig?

Het mogen hebben van en het mogen uiten van behoeftes is een levensnoodzaak. Een Canadese TA opleider leert haar studenten 'that it is their right to communicate 100% of the time about 100% of their hopes, needs and fears'. De wereld, zo legt ze dan uit, zal een aangenamere plek zijn als mensen van elkaar weten wat ze nodig hebben en waar ze naar verlangen. Samen met de mensen om je heen kun je dan immers onderzoeken hoe je - zonder anderen tekort te doen - kunt krijgen wat je echt nodig hebt. Dank u Sinterklaasje!



maandag 5 november 2012

Onschuldige Omstanders?


Er is een definitie van geestelijke gezondheid waarin is opgenomen ‘de moed te doen wat men rechtvaardig acht, zelfs als dat ongemak en gevaar oplevert’. Het gaat erom dat alle bij een lastig incident betrokkenen zich afvragen ‘Waar was ik, wat deed ik, hoe heb ik het zover laten komen?’.  

Alle nieuwsrubrieken besteedden er aandacht aan. De tragische dood van Tim. Deze twintig jarige jongen koos er voor een einde aan zijn leven te maken. In zijn korte maar zeer duidelijke afscheidsbriefje liet hij weten zijn hele leven 'bespot, getreiterd, gepest en buitengesloten' te zijn. De rij van professionals die vervolgens in beeld verschenen lieten in een veelheid aan bewoordingen weten 'niets te hebben gemerkt en het niet te hebben geweten'. Ik zal dat hier niet in het Duits vertalen, maar vraag me wel af hoe het mogelijk is dat het al die volwassenen jaar in jaar uit is ontgaan dat deze opgroeiende jongen zwaar ongelukkig was? De directeur van zijn middelbare school laat voor camera weten dat 'zij op school niets van het pesten hebben gemerkt'. Eng! 

Binnen de Transactionele Analyse wordt gewerkt met het concept van 'de Omstander'. Begin jaren negentig van de vorige eeuw verscheen een boek van de hand van de Engelse TA psycho-therapeute en publiciste Petruska Clarkson met als titel The Bystander. De ondertitel is even krachtig als confronterend: An end to innocence in human relationships. In haar boek ontmaskert Clarkson al die zichzelf verontschuldigende Omstanders 'die er niets van gemerkt hebben en het niet hebben geweten'. De argumenten van omstanders zijn vaak drogredenen om niet betrokken te raken, stelt zij. Natuurlijk hebben de omstanders altijd plausibel lijkende argumenten. Maar het zijn veelal handige redeneringen om niet bij andermans (?!) zaken betrokken te raken. Ze maken het mogelijk passief langs de lijn te blijven staan. Je kunt jezelf ermee wijsmaken dat je geen rol hebt. En zo ontstaat wat pest-deskundige Bob van der Meer noemt 'een samenzwering van het zwijgen'. Voorbeelden van Omstander-slogans zijn:

·      Ik wil geen partij kiezen…
·      Het is mij te ingewikkeld…
·      Ik weet er niet voldoende van…
·      De waarheid zal wel ergens in het midden liggen…
·      Ik wil er mijn vingers niet aan branden…
·      Mijn bijdrage zal er niet veel aan veranderen…
·      Ze hebben het aan zichzelf te danken…
·      Ik kan het slechts van één kant bekijken…
·      Het is het me niet waard…
·      Het is allemaal al lastig genoeg…

Als de omstanders hun gedrag en houding wijzigen en actief hun invloed aanwenden kunnen zij het systeem waarvan zij deel uitmaken, behoorlijk in beweging brengen. Het nemen van individuele verantwoordelijkheid mag niet afhangen van een succesvol resultaat, schrijft Clarkson. Wie geen verandering probeert te brengen in een probleemsituatie, zal uiteindelijk zélf door het ervaren probleem worden veranderd. Je bent, in haar ogen, 'of deel van de oplossing of deel van het probleem'. Zij voegt daar nog aan toe: En je kunt niet niet kiezen!


donderdag 11 oktober 2012

Attachment before engagement

Vlak voor de zomer verscheen er een nieuw boek van de hand van TA coryfee George Kohlrieser onder de titel Care to Dare! Deze auteur leverde - vooral in de jaren 90 van de vorige eeuw - een fraaie bijdrage aan de opbouw van de TA gemeenschap in Nederland. Op verzoek van Marijke Wüsten en (wijlen) Joke van der Keuken gaf hij met grote regelmaat meerdaagse workshops in ons land. Ik heb er verschillende met veel plezier gevolgd. Hij maakte altijd indruk door binnen een half uur alle namen van de soms wel 40 deelnemers uit het hoofd te kennen. Voor George was dat meer dan een trucje. Wie zijn werk leest, weet dat de kern van zijn verhaal zit in het begrip 'secure base'. Ik heb dat ooit vertaald met 'veilige haven'. Voor ieder mens is zo'n secure base, zo'n veilige haven, een noodzaak om een gelukkig en succesvol leven te leiden. Kennen en (bij naam) gekend worden zijn dan fundamenteel.

In zijn boek definieert Kohlrieser een secure base als volgt:  a person, place, goal or object that provides a sense of protection, safety and caring and offers a source of inspiration and energy for daring, exploration, risk taking and seeking challenge. Het eerste gaat over de vraag of er voldoende gehechtheid (attachment) is aan mensen, plekken, doelen of andere zaken. Hij legt uit dat dat in organisaties en bedrijven cruciaal is voor medewerkers om ondernemend te kunnen (durven!) zijn. Het tweede stuk van deze definitie is net zo belangrijk, legt hij uit. A secure base is someone or something that inspires or brings forth energy within an individual. Wie de energie voelt weglopen in contact met zijn leidinggevende weet zeker: deze persoon is geen 'veilige haven' waar ik op terug kan vallen als het nodig is. Jammer, want het kan anders laat Kohlrieser zien. 

Al ruim voor dit boek van George Kohlrieser verscheen, kwam ik - via zijn website - de Australische organisatieadviseur Anthony Sork op het spoor. Hij maakt het thema 'hechting' centraal in zijn kijk op het functioneren van organisaties. Hij laat zien dat onveilig gehechte medewerkers niet brengen wat ze zouden kunnen brengen. En dat kost een organisatie of bedrijf veel geld. Lees ook het interview met Sork op deze blog. Attachement is een voorwaarde voor engagement. Veilig gehechte medewerkers zijn betrokken medewerkers!

De TA academie heeft het plan George Kohlrieser in 2013 naar Nederland te halen. Naast het gegeven dat deze TA professor aan het prestigieuze IMD in Lausanne een goed verhaal heeft, is hij ook uiterst goede spreker. Kijken of hij de namen van het grote aantal deelnemers nog binnen een half uur uit het hoofd kent. Vast wel.  


zondag 30 september 2012

Levensproblemen

Donderdag a.s start aan de TA academie een nieuwe leergroep TA Psychotherapie. Een groep professionals uit de wereld van therapie, coaching en counseling gaat zich een aantal jaren verdiepen in de mogelijkheden die de Transactionele Analyse biedt voor hun patiënten en cliënten.
De druk op de (curatieve) geestelijke gezondheidszorg (GGZ) neemt enorm toe de laatste jaren. De betaalbaarheid komt daarmee flink in het gedrang. Meer en meer mensen doen een beroep op de professionele hulp die deze tak van de gezondheidszorg biedt. Twintig procent van de volwassen Nederlanders heeft jaarlijks een klacht van psychische aard. Een kwart gaat daarmee naar een professional in gezondheidszorg.
Er valt veel te zeggen over de oorzaken van die toenemende de druk. Een daarvan is dat er meer diagnostiek is. Vroeger was een kind 'gewoon' flink druk of 'gewoon' moeilijk in de communicatie. Tegenwoordig heeft zo'n kind al snel de diagnose ADHD of 'een stoornis in het autistisch spectrum' te pakken. Zo'n diagnose vraagt natuurlijk om behandeling door een van de vele professionals binnen de wereld van de geestelijke gezondheidszorg. In de wereld van volwassenen is depressie als aandoening de grootse oorzaak van arbeidsverzuim aan het worden. Deze constatering nodigt uit tot een diepgaande maatschappij analyse. Een samenleving die zoveel leed produceert zou zich eens achter de oren moeten krabben. Hoe dan ook, de mensen die dit treft verdienen adequate hulp.
Zulke analyses hebben natuurlijk nut. Het roer moet om. De gezondheidszorg wordt onbetaalbaar. Het kan echter ook zinvol zijn als de geestelijke gezondheidszorg zichzelf eens kritisch onder loep neemt. In juni 2012 nam hoogleraar psychiatrie & psychotherapie Frank Koerselman afscheid van zijn leerstoel aan de Universiteit Utrecht. Hij geeft een krachtige aanzet tot kritische introspectie. In een interview met dagblad Trouw zegt hij: 'De GGZ is ook aan hulpverlening gaan doen. De GGZ is patiënten ook cliënten gaan noemen. Patiënten zij mensen die ziek zijn. Cliënten zijn mensen die een dienst verlangen'. Hij stelt voor weer helder onderscheid te maken tussen 'mensen met een psychiatrische ziekte' die hard de hulp nodig hebben van professionals in de GGZ en mensen met 'levensproblemen' die elders voldoende support zouden moeten kunnen vinden.
Een belangrijk debat dat zeker onder de docenten en de grote groep studenten, die inmiddels aan de TA academie studeert, gevoerd wordt. Uitkomst? Studenten, opgeleid aan ons, door de European Association for Psychotherapy (EAP) geaccrediteerde instituut, vinden zeker hun weg in de wereld van de hulpverlening. Daartoe zijn zij meer dan voldoende toegerust.